SJOELEN ANDERS  -2-
Op 8 jarige leeftijd begon het allemaal
8 jaar en dan ineens achter zo’n bak van hout van 2 meter staan. Het was prachtig, dat moesten we thuis ook hebben. Die eerste schijven sjoelde ik in Den Haag. Mijn vader was ook wel fanatiek, dus er werd al gauw een sjoelbak gekocht. Een ouwerwetse HOMAS-bak met zo’n rood poppetje erin.

 

Eén systeem.
Thuis sjoelden we één keer (één onder beurt eigenlijk) en dan tellen, zonder series.  Ook op braderieën ging het zo. Het bestaan van sjoelclubs, wedstrijden of andere manieren van sjoelen kwam toen niet in je op. Iedereen sjoelde één keer en dan tellen.
Mijn eerste wedstrijd
Een eerste confrontatie voor mij, met het “echte sjoelen” was Amsterdam 700 in 1975. Inmiddels was ik 24 jaar .
Een tante vertelde erover en we konden in Amsterdam blijven slapen.

In de voorronde mocht er drie keer worden gesjoeld. Ik kwam tot 123,33 gemiddeld en mocht de volgende dag terug komen voor de halve finale. Inmiddels had ik gezien hoe de “Toppers” sjoelden (de tactiek afgekeken).
Enthousiast de volgende dag naar Amsterdam met in mijn hoofd als doel die halve finale halen. Dat was best lastig want in de voorronde was ik slechts 60 e . Echter door de aangepaste tactiek, kwam ik tot 133,60 gemiddeld en werd 2 e in die halve finale. Het toernooi werd gewonnen door Ron Swiersema voor Piet Hein Bruin. (Voor de oudere sjoelers bekende namen.)

Een sjoelclub!
Ik ontmoette daar ook Joop van Leeuwen en Albert Geleijn. Van hen vernam ik dat er spoedig een sjoelclub zou worden opgericht in Aalsmeer.
Op dat moment kende ik dus 2 spelsoorten; Libre en 1 onder beurt. Wat je hoorde, waren verhalen over Frank Cordemeijer, kampioen van Antwerpen en Albert Geleijn, KEIZER van Waalwijk.

Helaas zijn dat soort sjoeltitels er niet meer. Wanneer mensen hier nog wat over weten, laat het ons horen.

Wim Voorbij (12-08-2022)